-
1 iemand (toevallig/onverwacht) ontmoeten
iemand (toevallig/onverwacht) ontmoetenrun/bump into someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand (toevallig/onverwacht) ontmoeten
-
2 ontmoeten
1 [onvoorzien tegenkomen] meet ⇒ run/bump into♦voorbeelden:iemand (toevallig/onverwacht) ontmoeten • run/bump into someoneiemand vaak ontmoeten • see someone oftenik hoop je hier vaker te ontmoeten • I hope to see you here more often2 iemand regelmatig ontmoeten • see/meet someone regularly -
3 run into
v. aanrijden (tegen), aanvaren; (toevallig) ontmoeten, tegen het lijf lopenrun into1 stoten op ⇒ in botsing komen met, botsen tegen4 belopen ⇒ bedragen, oplopen♦voorbeelden:2 run into difficulties/debts • in de problemen/schulden rakenthe book ran into six editions • het boek beleefde zes drukken -
4 encounter
n. ontmoeting; botsing, (vijandelijke) ontmoeting--------v. botsen, (vijandelijk) ontmoetenencounter1[ inkauntə] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 krachtmeting ⇒ confrontatie, treffen————————encounter2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:encounter difficulties • moeilijkheden moeten overwinnen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский